Houd jij je als zelfstandiger ondernemer bezig met werkzaamheden als lassen, snijden, slijpen, solderen, afbranden van verf en het aanbrengen van bitumineuze dakbedekkingen, of vinden deze werkzaamheden plaats binnen jouw onderneming? Al deze werkzaamheden vallen onder de noemer ‘gevaarlijk werk’, omdat er brandgevaar is. Met de juiste voorzorgsmaatregelen en een bewustzijn van veiligheidsrisico’s kun je gelukkig veel ellende voorkomen.
De risico’s
Lassen, snijden en slijpen gebeurt vaak in kleine en moeilijk toegankelijke ruimtes, zoals kruipruimtes, spouwen en dakgoten. Vaak is er hier ook brandbaar materiaal aanwezig (houten constructies, isolatiemateriaal, stof, oude verpakkingsmaterialen). De hitte van de vlam kan brand veroorzaken, evenals wegspringende vonken en gloeiende metaaldeeltjes die vallen. Daarnaast kunnen materialen die in slechte staat verkeren ook voor brand zorgen. Deugdelijk onderhoud hiervan is dus van essentieel belang. De gevaren bij solderen, verf afbranden en werkzaamheden omtrent dakbedekking zijn voor een groot deel vergelijkbaar. Ook hierbij kan brand ontstaan door direct contact is tussen vlam en brandbaar materiaal. Daarnaast kan het verhitten van achterliggend materiaal een brand veroorzaken. Dakdekkers gebruiken ook wel asfalten bitumenketels die met gas worden verwarmd. Oververhitting hiervan kan zelfontbranding en overkoken tot gevolg hebben. Daarbij kan de vloeibare brandende bitumen zich snel over een groot oppervlak verspreiden en ervoor zorgen dat de gasslang van de brander doorbrandt. Bereikt het vuur de gastank, dan kan deze exploderen. Bewaar daarom nooit grote hoeveelheden brandbare isolatiematerialen op het dak.
Preventie
Het voorkomen van brand doe je grotendeels door het vermijden van ontstekingsbronnen. Maar omdat ontstekingsbronnen bij de eerder genoemde soort werkzaamheden onvermijdelijk zijn, moet je preventie vooral ook zoeken in het verwijderen van brandbare stoffen. Is dit niet mogelijk, probeer ze dan zoveel als dat kan af te dekken. Afhankelijk van de stof in kwestie moet er ook voldoende afstand bewaard worden. Zorg voor minimaal een afstand van 5 meter en bij erg licht ontvlambare zaken zelfs 20 meter. Zijn er brandbare gassen aanwezig, dan moet er geventileerd of geïnertiseerd worden. Dat laatste betekent dat je de lucht verdringt met een niet-brandbaar gas. Hiervoor kan koolzuur of stikstofgas gebruikt worden.
Inspectie
Voordat jij of je medewerker aan de werkzaamheden begint, kun je de nodige voorzorg in acht nemen. Houdt een grondige inspectie op de aanwezigheid van brandbare materialen op de plek waar de werkzaamheden moeten gaan plaatsvinden. Kijk daarbij verder dan enkel zichtbare materialen. Het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat er aan de achterkant van constructies brandbare materialen (hout, kunststof, textiel) verwerkt zitten. Verwijder de brandbare materialen waar mogelijk. Scherm ze af met stalen platen of lasdekens als de mogelijkheid er niet is om ze te verwijderen. Zorg er ook voor dat de vloeren schoon zijn. Dat wil zeggen: vrij van afval, maar ook vrij van olie en vet. Dek kieren en gaten in plafonds, vloeren en muren af om te voorkomen dat tijdens de werkzaamheden vonken, lasdruppels of afgebrande verf op plekken terechtkomen waar je er niet meer bij kunt. Zorg altijd dat je gebruiksklare blusmiddelen bij de hand hebt die geschikt zijn voor het specifieke brandrisico.
Bewaking
Niet alleen tijdens, maar ook na laswerkzaamheden moet de omgeving van plaats waar gelast is bewaakt worden op het ontstaan van brand. Dat geldt ook voor de aangrenzende ruimtes. Minimaal één uur na afloop van de werkzaamheden moet zo’n bewakingscontrole plaatsvinden. Het begin van een brand in een verborgen ruimte kan lange tijd onopgemerkt blijven, met alle gevolgen van dien. Zorg dat er altijd iemand die bij en na de werkzaamheden aanwezig is in het bezit is van een werkende mobiele telefoon, zodat bij brand zo snel mogelijk te brandweer ingeseind kan worden. Alarmnummers moeten daarbij duidelijk zijn aangeven.
Vergunningstelsel
Grote bedrijven en instellingen beschikken in veel gevallen over onvoldoende kennis van mogelijke brandrisico’s. Daarom mogen brandgevaarlijke werkzaamheden pas worden uitgevoerd nadat de werkomgeving is geïnspecteerd door de verantwoordelijke bedrijfsfunctionaris, samen met de uitvoerder. In die gevallen is het verlenen van toestemming voor de uitvoering van de werkzaamheden doorgaans verbonden aan een vergunningstelsel. In die vergunning moet een aantal onderwerpen zijn omschreven, te weten de datum, de precieze plaats en aard van het werk, namen van uitvoerders en toezichthouders, tijdstippen van geldigheid van de vergunning, genomen veiligheidsmaatregelen, uitgevoerde afscherming van objecten en het resultaat van onderzoek naar aanwezigheid van brandbare gassen en andere bijzonderheden. Voor plaatsen waar de normale brandveiligheidsvoorzieningen zoals sprinklers, brandslangen of kleine blusmiddelen afwezig of buiten gebruik zijn mag geen vergunning afgegeven worden. Dit mag pas als een functionaris die belast is voor de veiligheid van het bedrijf persoonlijk heeft geconstateerd dat alle noodzakelijke maatregelen genomen zijn. De originele vergunning moet altijd aanwezig zijn op de werkplek.