Het kan best confronterend zijn als je onbedoeld opvangt van je collega’s dat ze niet tevreden over je zijn. Of dat je merkt dat er over je gepraat wordt. Dit is een goede reden om je eigen functioneren eens onder de loep te nemen. Echter is het beter om het niet zover te laten komen. Je kunt namelijk beter ingrijpen voor het zover is. In deze checklist staan een paar vragen die je aan jezelf kunt stellen. Aan de hand van de uitkomst kun je voor jezelf bepalen wat je wilt gaan veranderen.
1. Is je werk nog leuk?
Het werk wat je doet moet vooral leuk zijn. Merk je van jezelf dat je fluit tijdens je werk? Dan voel je jezelf comfortabel op je werk. Maar merk je dat je met tegenzin uit bed komt en naar je werk gaat? Bedenkt dan waar dit aan ligt en probeer die zaken te veranderen. Misschien is je werk het probleem niet maar de situatie eromheen.
2. Wat zijn je tbv’s?
Het is belangrijk dat je weet wat je taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn. Op basis daarvan kun je jezelf controleren: Functioneer ik zoals ik zou moeten? Als dat zo is, dan kun je voldoening halen uit het feit dat je je werk goed doet. Merk je dat je niet functioneert zoals zou moeten, dan kun je voor jezelf nagaan of dit aan je motivatie ligt, of dat er teveel van je wordt verwacht.
3. Blijft er steeds werk liggen?
Als je iedere dag naar huis gaat terwijl het werk niet klaar is, gaat dit aan je knagen. Kom je ‘s morgens op je werk en ligt er dan nog een stapel van gisteren? Dat werkt niet motiverend. Nu is het geen probleem als het af en toe voorkomt. Dit overkomt namelijk iedereen. Maar het kan zijn dat je nu minder werk verzet dan eerder. Functioneer je nog wel optimaal of is de hoeveelheid werk toegenomen? Het laatste kun je overigens niet direct als excuus gebruiken.
4. Functioneer jij volgens je collega’s?
Als je wilt weten hoe anderen je functioneren zien, moet je dit vragen. Zeker als je merkt dat collega’s over je praten of je buiten sluiten. Vraag ten eerste aan je leidinggevende wat hij van je output en werkhouding vindt. Vaak zijn het kleinigheidjes die je zelf kunt veranderen. Kom je niet echt verder, vraag het dan aan je naaste collega’s. Het antwoord kan negatief zijn, maar als je doorvraagt weet je wel wat je kunt veranderen.
5. Voel je je verantwoordelijk?
Een andere graadmeter over je eigen functioneren, is je verantwoordelijkheidsgevoel. Voel je jezelf verantwoordelijk voor je eigen werk, maar ook voor het resultaat van de afdeling? Als je de verantwoording voelt, werk je samen met je collega’s aan een gemeenschappelijk doel. Dit zorgt voor meer motivatie en plezier.
6. Ben je vaker ziek?
Het ziekteverzuim is voor een werkgever een signaal over het functioneren van het personeel. Daarom kun je bij jezelf ook nagaan of je vaker ziek bent. Uiteraard kun je ziek worden, dat kan iedereen overkomen. Maar pak je iedere griep of verkoudheid mee? Dan is dat een signaal dat je niet meer zo goed in je vel zit. De oorzaak daarvoor kan heel goed je werk zijn.
7. Ga je nog voor de extra mijl?
Als je je werk leuk vind en je er verantwoordelijk voor voelt, is het niet meer als normaal dat je af en toe een stap extra zet. Bijvoorbeeld door een keer eerder te beginnen of langer door te werken. Of dat je soms een collega even helpt ten koste van je eigen werk, als dat beter is voor het bedrijfsresultaat. Merk je dat je dit niet meer doet, dan functioneer je wellicht niet meer zoals je zelf zou willen.
Aan de hand van de bovenstaande vragen kan de conclusie zijn dat je minder goed functioneert. Dit is geen reden om het bijltje erbij neer te gooien. Pak juist die dingen aan die het minder functioneren veroorzaken. Dit maakt je werk weer leuk en zorgt voor voldoening en motivatie.
