Als zzp’er kun je gebruik maken van bepaalde belastingvoordelen: de startersaftrek en de zelfstandigenaftrek. Daarvoor moet je echter wel ook daadwerkelijk als zelfstandige functioneren. Het is mogelijk dat je als zzp’er schijnzelfstandig bent, en dit is iets wat je moet voorkomen, omdat het consequenties heeft voor zowel jou als je opdrachtgever. Maar wat is schijnzelfstandigheid en hoe voorkom je het?
Wat is schijnzelfstandigheid?
De Belastingdienst wil graag dat jouw opdrachtgever geen misbruik maakt van een constructie waarin hij in feit een medewerker heeft die niet op de eigen loonlijst, en waarvoor hij dus geen belasting hoeft af te dragen. Wanneer je te veel van je tijd besteedt aan het werken voor één opdrachtgever, dan kan loop je het risico op schijnzelfstandigheid. De feitelijke situatie kan dan lijken op een dienstbetrekking, en daarbij hoort een arbeidsovereenkomst. Er zijn drie belangrijke criteria die op schijnzelfstandigheid wijzen: je opdrachtgever verplicht je de werkzaamheden zelf uit te voeren, er bestaat een gezagsverhouding met de opdrachtgever en je krijgt loon. Is dit alle drie het geval, dan ben je in feite in loondienst. Heb je ook andere opdrachtgevers, dan kan het zijn dat enkel je relatie met één daarvan als loondienst wordt aangemerkt. Je bent dan toch ook nog ondernemer.
Consequenties van schijnzelfstandigheid
Wat zijn de consequenties van schijnzelfstandigheid? Wanneer de Belastingdienst van mening is dat er sprake is van een constructie waarbij er sprake is van schijnzelfstandigheid, krijgt de opdrachtgever een naheffingsaanslag. Hij moet dan alsnog loonheffing en premies voor werknemersverzekeringen betalen. De kosten voor de opdrachtgever kunnen zelfs nog verhoogd worden met rente en een boete. Je opdrachtgever kan in principe de loonheffingen op jou als ondernemer kunnen verhalen, maar de premies voor de werknemersverzekeringen niet. Daarom proberen opdrachtgevers nog wel eens een vrijwaringsclausule op te nemen in de overeenkomst, om ook de premies te kunnen verhalen op de ondernemer. Dit is in strijd met de wet. Accepteer zo’n clausule dan ook niet.
Nog meer consequenties: het domino-effect
Op het moment dat een van je opdrachtgevers als verkapte werkgever wordt aangemerkt, telt deze dus niet meer als opdrachtgever. Hierdoor is het mogelijk dat je niet meer voldoet aan de eis van de Belastingdienst om verschillende opdrachtgevers te hebben. Dit is wel noodzakelijk om als ondernemer aangemerkt te worden voor de inkomstenbelasting. Daarnaast is het ook nog zo, dat alle uren die je bij deze verkapte werkgever gewerkt hebt niet meer als verantwoording voor het urencriterium in te zetten zijn. Je moet 1225 uren per jaar steken in het werken voor je onderneming om ondernemersaftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek te kunnen claimen.
Manieren om schijnzelfstandigheid te voorkomen
Om schijnzelfstandigheid te voorkomen, kun je een aantal dingen doen om je zelfstandigheid te vergroten. Eén daarvan is niet afhankelijk zijn van de materialen van een opdrachtgever. Investeer in je eigen materialen en maak hiervan gebruik bij het uitvoeren van je opdrachten. Leg vast in afspraken met je opdrachtgever wie jou vervangt wanneer je zelf niet in staat bent om het werk uit te voeren. Breng voor elke opdracht een offerte uit waarop jouw tarief vermeld staat. Bewaar ook opdrachten die je hebt afgewezen omdat de voorwaarden niet aantrekkelijk voor je waren. Stuur je facturen altijd rechtstreeks naar je opdrachtgever. En misschien wel de beste manier om je zelfstandigheid te bewijzen als zzp’er: werk voor verschillende opdrachtgevers en probeer daar een balans in te bereiken waarin niet een te groot deel van je werkzaamheden voor één opdrachtgever is. Daarmee toon je aan dat je niet van één partij afhankelijk bent voor je inkomen.
Zelfstandigheid voorkomen met behulp van de Belastingdienst
Via de Belastingdienst kun je modelovereenkomsten downloaden die in principe moeten uitsluiten dat er sprake gaat zijn van verkapte loondienst. Als in jouw overeenkomst met je opdrachtgever de kernbepalingen van één van de modelovereenkomsten zijn overgenomen, zonder dat er iets aan is toegevoegd wat daar afbreuk aan doet, kun je ervan uitgaan dat de Belastingdienst ook niet zal oordelen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Twijfel je hier toch aan, dan kun je de overeenkomst die je wilt gaan sluiten per e-mail voorleggen aan de Belastingdienst. Deze probeert dan de overeenkomst binnen zes weken te beoordelen. Daarbij kijkt de men wel alleen naar de fiscaal relevante bepalingen in de opgestuurde overeenkomst.