Als ondernemer streef je altijd naar een goed rendement. Een van de zaken waaruit je momenteel een goed rendement haalt is investeren in vastgoed. Heb jij een pand in Amsterdam dat je per kamer verhuurt, bijvoorbeeld aan studenten? Houd er dan rekening mee dat er diverse regels per 1 april 2020 gaan wijzigen (en nee, dat is geen grap). Marcel van Hooijdonk vertelt meer over de nieuwe regels rond huisvesting in Amsterdam.
Motivatie voor de nieuwe regels
In 2019 is door de gemeenteraad Amsterdam een voorstel geaccepteerd dat is opgenomen in de nieuwe Huisvestingsverordening (HVV 2020). De nieuwe regels zouden ingaan per 1 januari 2020, maar dit is last minute uitgesteld tot 1 april. Van Hooijdonk: “Er is in de hoofdstad een grote vraag naar woonruimte. De gemeente erkent dat kamerverhuur voor veel woningzoekenden een manier is toch voor korte of langere tijd woonruimte te vinden. Zelfs ondanks de oververhitte woningmarkt. Ze willen daarom dat deze mogelijkheid blijft bestaan.”
Hij vervolgt: “De nieuwe regels vertellen echter een ander verhaal. Amsterdam gaat uit van het idee dat woningdelers zoals studenten vaak een hogere prijs willen betalen dan een enkel huishouden. Dit zou kamerverhuur interessanter maken voor verhuurders dan verhuren aan eenpersoons huishoudens, tweepersoons huishoudens of gezinnen. Kamerverhuur zou echter volgens de gemeente negatieve gevolgen hebben voor de woningvoorraad en de leefbaarheid. Het zou leiden tot hogere prijzen en door de intensievere bewoning met verschillende leefritmes meer last veroorzaken in de omgeving.”
Wijzigingen: Quota vanaf 1 april 2020
Van Hooijdonk vertelt in het kort hoe de nieuwe regels rond de huisvesting er uit zien. “Om zogenaamd een goede balans te houden tussen onzelfstandige en zelfstandige woonruimten en om de leefbaarheid te beschermen, wordt per wijk een maximum van vijf procent aangehouden voor het aantal te verlenen vergunningen voor kamerverhuur. Daarnaast zou met een maximum van 25 procent vergunningen per pand de leefbaarheid in een pand beschermd worden. Er gaan dus wel nog vergunningen verstrekt worden, maar alleen als ze deze quota niet overschrijden.”
Van Hooijdonk betwijfelt de effectiviteit van de nieuwe regels. “Kamerbewoning is gezien de woningnood een zeer efficiënte invulling van de schaarse woonruimte. De gemeente pretendeert studenten en andere woningzoekers te willen helpen maar geeft eigenlijk aan dat er teveel studenten zijn en dat ze deze vorm van bewoning willen bestrijden. Daarnaast benoemen ze ook nog eens het een speerpunt te vinden door de enorme boetes die opgelegd kunnen worden.”
Eerdere nieuwe regels in Utrecht effectief?
Van Hooijdonk noemt een andere stad ter vergelijking: “Ook in Utrecht gelden sinds 2016 aangescherpte regels voor het omzetten en splitsen van woningen ten behoeve van kamerverhuur. De gemeente heeft twee jaar later geconcludeerd dat dit effectief is volgens een eigen evaluatie. Heeft het echter tot meer betaalbare woningen in Utrecht geleid? Nee. Daarnaast zou een gemeten verbeterde leefbaarheid neet zo goed veroorzaakt kunnen zijn door andere factoren.”
Het meest vervelend vindt Van Hooijdonk nog dat er niet breed over de gevolgen van de nieuwe huisvestingsregels in Amsterdam is nagedacht. “Onder alle doelgroepen is er sprake van een grotere vraag naar woningen dan er aanbod is. De maatregelen zouden gezinnen helpen, maar er wordt geen aandacht besteed aan het feit dat studenten het nu nog moeilijker krijgen betaalbare woonruimte te vinden. Kamerverhuur wordt tegengewerkt, maar er wordt geen alternatief geboden voor studenten. Zij trekken in dit verhaal aan het kortste eind.”